Staal No. 0518: | Mierenhout |
Botanische naam: | Triplaris sp.div. ( T. surinamensis Cham. ?) |
Familie: | Polygonaceae |
Nat. verspr. geb.: | Guyana's, Z Mexico, M. en trop. Z.Amerika |
Vol. massa: | 500-700 kg/m3 |
Andere namen: | mirahoedoe, donhoedoe, don oedoe, jekoena, jekona, tassi, tasi (Sur.); long John, kada burichi, sapahaki apolli (v.Br.Guy.); bois fourmi (v.Fr.Guy.) |
Algemeen:S.G met een tendens van toename van hart naar buiten | |
Techn. gegevens:Hout licht grijsbruin tot rozebruin, geen verschil tussen spint en kern; glans matig; nerf middelmatig tot grof; draad recht, meestal kruisdradig; matig sterk; tamelijk zacht; middelmatig tot matig bros; weinig duurzaam; vooral slecht bestand tegen schimmelaantasting, wat beter tegen insekten. Kan verduurzaamd worden. Matige tot vrij geringe krimp; werkt matig; trekt en scheurt matig; bij voorzichtig drogen geen moeilijkheden. Gemakkelijk te bewerken, bij niet te sterke kruisdraad glad te schaven. | |
Gebruik:Constructies onderdak, timmerwerk, kisten en kratten, goedkope meubels, vaten voor droge stoffen. | |
[pakket 67, juni 1977] |